donderdag 15 juni 2017

Nee leren zeggen tegen kinderen van een ander


Nee zeggen tegen mijn eigen kinderen kan ik best goed. Soms een beetje te goed. Maar als het gaat om vriendjes en vriendinnetjes of kinderen van een ander, heb ik daar best nog wel eens moeite mee.

Stiekem wil ik toch wel "de leuke moeder van" zijn en andere kinderen zo min mogelijk corrigeren als ze bij ons spelen. Maar, hoe geef je dan je grenzen aan? En; wat voor boodschap stuurt het naar mijn kinderen dat andere kinderen dingen mogen die zij niet mogen?

Het voelt ongastvrij
Daar staat ze weer bij de tent (jaja we waren met de tent op vakantie): het nieuwe vriendinnetje van mijn dochter. Het is best een leuk meisje, maar ze is wel erg aanwezig en een stuk ouder dan mijn dochter. Luidruchtig vertelt ze over de pony's die ze net geaaid heeft, ondertussen druk draaiend aan haar spinnner. Ze ploft neer op een stoel terwijl ik bezig het klaptafeltje te dekken. We willen gaan ontbijten en eigenlijk zijn onze maaltijden 'van ons'. Onze kids weten dat, als we eten, ook op de camping, zitten we samen aan tafel. Dus ja; stuur je zo'n meisje weg? Het voelt erg ongastvrij om dat te doen, maar eigenlijk heb ik even geen zin in een extra stem aan tafel.

Uiteindelijk besluit ze dat het allemaal erg lang duurt en slentert zelf al weg, zodat wij rustig kunnen gaan eten. Gelukkig, ik hoef zelf niet in te grijpen, en met een zucht neem ik een hap van mijn heerlijke broodje.

Ik wil heel graag mijn deur openzetten voor andere kinderen
Onze kinderen krijgen steeds meer hun eigen leven als ze ouder worden, daarbij horen ook de nodige vriendschappen. Ik wil heel graag dat mijn deur openstaat voor mijn kinderen en hun vrienden en ik vind het ook echt leuk, maar er is een limiet in wat ik aan kan. Of misschien ben ik te perfectionistisch tijdens de speelafspraakjes en moet ik sommige dingen meer loslaten. Maar betekent dat, dat ik geen grenzen mag stellen?

Over grenzen gesproken, daar komt het camping-vriendinnetje weer aangelopen. We staan net op het punt om weg te gaan naar het zwembad. Lekker met z'n viertjes; geloof het of niet, ik heb er echt zin in. Ze roept mijn dochter en vraag wat we gaan doen. "O, mag ik ook mee? Ik ga het even aan mijn moeder vragen!" Gelukkig kan ik haar opvangen voor ze dit daadwerkelijk doet, want dit gaat echt te ver. Kinderen van een ander meenemen naar het zwembad vind ik al eng, laat staan van iemand die ik niet eens ken. Ik ken de naam van het meisje niet eens, misschien kan ze wel niet zwemmen. En eerlijk is eerlijk, ik heb geen zin in een gillend kind wat mijn dochter wel eens even verteld wat ze gaan doen, maar waar ik wel de hele tijd op moet letten.

Het meisje zal me waarschijnlijk geen leuke moeder gevonden hebben, maar dat kan me niet zoveel schelen, we zien haar waarschijnlijk toch nooit meer. Toch heeft deze ervaring me wel aan het denken gezet over hoe ik omga met kinderen die hier over de vloer komen.
➺ Om mezelf, en om mijn dochter te beschermen hebben wij de regel: 1x per week mag er een vriendje bij ons spelen en 1x per week mag je bij een vriendje spelen. Anders hebben we iedere dag wel een afspraak. Dat werkt voor ons heel goed. 
Kinderen zijn flexibel
Natuurlijk komt er wel eens een buurjongen of meisje aanwaaien buiten deze afspraken om. Ik merk dat ik op hen 'oefen' met grenzen stellen. Ze komen inmiddels zo vaak over de vloer dat ik ze gewoon wegstuur als we gaan eten of als het te druk wordt. Komen ze daardoor minder vaak? Nee, maar het zorgt er wel voor dat ik me niet druk maak als ze komen, want ik weet dat ik het zelf in de hand kan houden.

Kinderen zijn flexibel en niet zo gauw van slag als wij denken. Ze vinden het niet gek als wij andere regels hebben dan dat zij thuis hebben. Ze gaan daar heel relaxed mee om. Heel af en toe kan ik mezelf in hun ritme mee laten gaan, de zin: "Dat mag van mijn mama wel!" beantwoord ik dan met: "Das mooi, dus?". De glimlach die dan meestel volgt is onbetaalbaar, en hij staat niet alleen op mijn gezicht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten