donderdag 29 juni 2017

Sssst... niet huilen


Ik hoor het mezelf zeggen: "Sssst niet huilen lieverd. Niet zo hard." Mijn dochter is gevallen in de speeltuin en heeft naar eigen zeggen verschrikkelijke pijn. Ze gilt zo luid dat men minimaal moet denken dat ze iets heeft gebroken. Ik weet dat het niet zo is, zo huilt ze nu eenmaal als er iets aan de hand is.

Maar terwijl ik haar troost vraag ik me af: Waarom mag ze eigenlijk niet huilen?

Huilen is het meest irritante geluid wat er is
Naar het schijnt is het huilen van baby's en/of kinderen een van het meest irritante geluiden die er zijn. Het staat zelfs boven "de nagels over het schoolbord". Say what?! Waarschijnlijk heeft dit te maken met het gevoel van actie dat dit bij ons naar boven brengt. Als een baby huilt moet hij verzorgd worden, hij heeft iets nodig. Huilen betekent dat er iets van ons verwacht wordt, wij moeten ervoor zorgen dat het stopt. En als wij ons eraan irriteren, zullen anderen zich er zeker aan irriteren dus: "Shhhhh, niet huilen!"

Toch is huilen een belangrijke emotie. Het is voor baby's de eerste, en op dat moment nog de enige, mogelijkheid om ons te vertellen dat er iets aan de hand is. Ik denk dat we naar mate onze kinderen ouder worden te snel de emotie willen sussen, waarschijnlijk lucht het huilen juist erg op! Maar wij als nuchtere hollanders doen niet aan teveel emotie.

Een "stop-het-huilen-knopje"
Dus, praktisch ingesteld als ik ben, probeerde ik eens wat anders. We zitten in de tuin, ik hoor de step van mijn dochter de grond raken en jawel hoor, hard huilend komt ze aanrennen (zucht). Dit keer is het haar teen. Warempel, daar komt toch echt een flinke druppel bloed uit de wond. "Ach liefje, dat is vervelend. Huil maar even, dat helpt. Kom op, ietsje harder." Ik geef haar een stevige knuffel, maar ze is inmiddels alweer gestopt met huilen. Veel sneller dan als ik haar juist vraag niet te huilen. Ik ben serieus verbaasd, is dat dan het magische "stop het huilen knopje"? Zeggen dat ze juist wel mag huilen? Na een hello-kitty pleister is het verdriet helemaal vergeten en kan ik weer verder lurken aan mijn inmiddels koud geworden koffie.

Eigenlijk is de reactie heel logisch. Want in plaats van haar gevoel van pijn en onveiligheid af te zwakken, bevestig ik dat ze zich zo mag voelen. Daardoor weet ze dat ik haar begrijp en kan ik haar echt troosten. Ze mag op dat moment zijn wie ze is, met haar emoties. 

Evalueren van onze reactie
Waarschijnlijk is het goed om onze (soms aangeleerde) reacties op onze kinderen eens nader te bekijken. Vaak reageren we zelf terug vanuit emotie of (meestal ingebeelde) druk van buitenaf zonder dat we kijken of ons kind daarbij wordt voorzien in zijn of haar emotionele behoefte. Natuurlijk is dit niet altijd mogelijk, maar als het de basis is, denk ik dat we al een stuk verder zijn!



donderdag 22 juni 2017

Starende mensen en eerlijke kinderen

Mijn zoon Jesse laat zich niet meer zomaar weg zetten in een buggy, en heeft ontdekt dat zijn beentjes hem op veel leukere plaatsen kunnen brengen, dan waar ik met hem heen wil. Hij wil de vrijheid tegemoet. En wel nu. 
Wanneer we dan ook bij een speeltuintje komen, klik ik hem maar uit zijn gordeltje, en weg is meneer. Zo vlug als zijn kleine elastieken beentjes hem kunnen dragen, wankelt hij als een dronkenman richting schommel; het mooiste wat er bestaat. Vlak voordat hij er is, klapt hij al in zijn handjes en roept keihard “Jaaaaa!!!” terwijl hij even zijn momentje neemt, door gelukzalig omhoog te kijken met zijn oogjes samengeknepen en een brede grijns. Helaas zag hij hierdoor het richeltje niet, waarop hij binnen een milliseconde, in-verdrietig zit te huilen op de grond. Hij viel. Zijn hemels-blauwe oogjes worden nog prachtiger met al die tranen, en hij kijkt me hulpeloos aan met zijn armpjes in de lucht. Ik til hem op, en troost hem zoals ik gewend ben; als een baby. Wiegend, met zijn hoofdje rustend op mijn rechterarm en zijn kontje in mijn linkerarm, beentjes opgetrokken omhoog in de foetus houding. Hij kalmeert zichtbaar. Het past allemaal nog maar net, maar zolang het hem helpt… ach.

"Moet je dát zien!"
Een man achter mij heeft al een tijdje staan kijken, net zoals de moeder met de kinderwagen, maar opeens zie ik nu ook wat kinderen nieuwsgierig naar me staan staren. Het kwartje valt opeens. Wat voor mij zo normaal is, is in hun ogen uiteraard abnormaal. De moeder keurt het af wat ik doe, en mompelt nog net verstaanbaar tegen haar vriendin; “Tsjeee, die wil d’r kind klein houden ofzo! Moet je dát zien!” Ik negeer wat ik zojuist hoorde, ook al voel ik de sterke neiging mezelf te verantwoorden en uit te leggen hoeveel pijn haar opmerking mij zojuist deed, maar hou me in.

Jesse is inmiddels gekalmeerd en zit eindelijk op zijn felbegeerde schommel. Terwijl ik hem duw, komt er een ander jongetje bij staan. “Wat is er met heeeem?” vraagt hij op een zeurderige en verveelde toon. Het kan natuurlijk mijn interpretatie zijn, na de kwetsende opmerking van de moeder, maar ik besluit om hem zo goed mogelijk te woord te staan. Het mag niet zo zijn dat hij de dupe is van mijn pijn. IK ben namelijk degene die een gehandicapt kind heeft, dus ben ook IK degene die heeft te dealen met een wereld die dat leven niet kent, noch begrijpt. Hoe oneerlijk dat ook voelt. 
➺ En als ík het al niet kan… hoe moet ik het Jesse dan leren?
Dit is een kans
Ik zak door mijn knieën en kijk het jongetje, van ongeveer dezelfde leeftijd als mijn eigen zoon, vriendelijk aan. “Wat zie je aan hem?” vraag ik. Het jongetje verteld onomwonden hoe hij vond dat Jesse niet goed kon lopen, en dat hij “gek” deed bij de schommel. Ik slik even. “Ja… “ zeg ik. Dat klopt. Het jongetje had blijkbaar al meer gezien dan de moeder, want hij noemde de manier van troosten niet eens, en hij had tot tegenstelling van de moeder, wél door dat er iets meer aan de hand was. Ik waardeer zijn eerlijkheid, en merk dat mijn stemming positief omslaat. Dit is een kans. Een kans om dit jongetje kennis te laten maken met iets wat in zijn ogen nog “gek” is, en hem te leren om er in de toekomst anders op te reageren dan zijn moeder. 

Hij is anders
Ik leg hem uit dat Jesse inderdaad anders is dan hij, maar dat Jesse speeltuinen super leuk vindt. Het jongetje knikt heftig; hij ook! En dat Jesse gek is op chipjes, en soms ruzie heeft met zijn zus… Het jongetje beaamt alles; dat had hij allemaal ook. Alleen bij Jesse lopen de lijntjes in zijn hoofdje soms net de andere kant op dan bij ons, wat maakt dat hij soms een beetje “gek” beweegt en reageert... of dingen niet goed snapt. Daar kan hij niks aan doen. Zo is hij geboren. 
Het was voldoende voor het jongetje. “Oké!!!” roept hij, en vliegt op de andere schommel af die naast Jesse hangt. Uitbundig begint hij te kletsen tegen Jesse, over de chipjes en zijn zusje… Jesse snapt er geen fluit van, maar reageert enthousiast met een blij gezicht en hees gelach. Het jongetje lacht ook, en kijkt mij aan: 
➺ “Hij praat zeker ook niet?” En dan naar Jesse: “Geeft niks hoor!”
De moeder van de opmerking heeft alles geobserveerd en is op een afstandje mee komen luisteren naar het gesprekje dat ik had met haar zoon. Wanneer ik opsta en aanstalten maak om Jesse weer mee te nemen, zegt ze verbijsterd: “Maar je ziet helemaal niks aan hem…”
De cliché opmerking die ik altijd te horen krijg, raakt me dit keer wel. Had er dan iets te zien moeten zijn, zodat ze niet over me had hoeven oordelen? Ik kijk haar recht aan, terwijl ik zie dat de emotie in mijn ogen haar niet ontgaat. En vlak voor ik me omdraai zeg ik zacht; “Nee, niet iederéén valt het op…”

Ik ben Linda Suurmond, 31 jaar, getrouwd met een hele knappe en getalenteerde politie agent; Peter. En samen hebben wij als kroon op ons huwelijk twee aller-prachtigste kinderen gekregen. Sarah (5,5) en Jesse (bijna 4). Helaas bleek er met ons tweede kindje iets aan de hand te zijn, waardoor we als gezin al een hoop hebben meegemaakt. Jesse heeft namelijk het Williams - Beuren Syndroom. Dit houdt in dat hij 26 genen mist op chromosoom 7, wat maakt dat hij nu dus verstandelijk gehandicapt is. De kans is groter dat je de loterij wint, zo weinig komt dit voor. Maar wij hebben de jackpot! We genieten enorm van hem, en ik leer dingen in de hoogste versnelling. Zowel vreugde als verdriet. Maar hoeveel het me ook    kost… dit gouden kind is onbetaalbaar! <3 


Op mijn eigen weblog schrijf ik over de weg die ik tot nu toe gegaan ben. Mocht je het leuk vinden om meer te lezen; neem eens een kijkje op www.vlinny.blogspot.com 



donderdag 15 juni 2017

Nee leren zeggen tegen kinderen van een ander


Nee zeggen tegen mijn eigen kinderen kan ik best goed. Soms een beetje te goed. Maar als het gaat om vriendjes en vriendinnetjes of kinderen van een ander, heb ik daar best nog wel eens moeite mee.

Stiekem wil ik toch wel "de leuke moeder van" zijn en andere kinderen zo min mogelijk corrigeren als ze bij ons spelen. Maar, hoe geef je dan je grenzen aan? En; wat voor boodschap stuurt het naar mijn kinderen dat andere kinderen dingen mogen die zij niet mogen?

Het voelt ongastvrij
Daar staat ze weer bij de tent (jaja we waren met de tent op vakantie): het nieuwe vriendinnetje van mijn dochter. Het is best een leuk meisje, maar ze is wel erg aanwezig en een stuk ouder dan mijn dochter. Luidruchtig vertelt ze over de pony's die ze net geaaid heeft, ondertussen druk draaiend aan haar spinnner. Ze ploft neer op een stoel terwijl ik bezig het klaptafeltje te dekken. We willen gaan ontbijten en eigenlijk zijn onze maaltijden 'van ons'. Onze kids weten dat, als we eten, ook op de camping, zitten we samen aan tafel. Dus ja; stuur je zo'n meisje weg? Het voelt erg ongastvrij om dat te doen, maar eigenlijk heb ik even geen zin in een extra stem aan tafel.

Uiteindelijk besluit ze dat het allemaal erg lang duurt en slentert zelf al weg, zodat wij rustig kunnen gaan eten. Gelukkig, ik hoef zelf niet in te grijpen, en met een zucht neem ik een hap van mijn heerlijke broodje.

Ik wil heel graag mijn deur openzetten voor andere kinderen
Onze kinderen krijgen steeds meer hun eigen leven als ze ouder worden, daarbij horen ook de nodige vriendschappen. Ik wil heel graag dat mijn deur openstaat voor mijn kinderen en hun vrienden en ik vind het ook echt leuk, maar er is een limiet in wat ik aan kan. Of misschien ben ik te perfectionistisch tijdens de speelafspraakjes en moet ik sommige dingen meer loslaten. Maar betekent dat, dat ik geen grenzen mag stellen?

Over grenzen gesproken, daar komt het camping-vriendinnetje weer aangelopen. We staan net op het punt om weg te gaan naar het zwembad. Lekker met z'n viertjes; geloof het of niet, ik heb er echt zin in. Ze roept mijn dochter en vraag wat we gaan doen. "O, mag ik ook mee? Ik ga het even aan mijn moeder vragen!" Gelukkig kan ik haar opvangen voor ze dit daadwerkelijk doet, want dit gaat echt te ver. Kinderen van een ander meenemen naar het zwembad vind ik al eng, laat staan van iemand die ik niet eens ken. Ik ken de naam van het meisje niet eens, misschien kan ze wel niet zwemmen. En eerlijk is eerlijk, ik heb geen zin in een gillend kind wat mijn dochter wel eens even verteld wat ze gaan doen, maar waar ik wel de hele tijd op moet letten.

Het meisje zal me waarschijnlijk geen leuke moeder gevonden hebben, maar dat kan me niet zoveel schelen, we zien haar waarschijnlijk toch nooit meer. Toch heeft deze ervaring me wel aan het denken gezet over hoe ik omga met kinderen die hier over de vloer komen.
➺ Om mezelf, en om mijn dochter te beschermen hebben wij de regel: 1x per week mag er een vriendje bij ons spelen en 1x per week mag je bij een vriendje spelen. Anders hebben we iedere dag wel een afspraak. Dat werkt voor ons heel goed. 
Kinderen zijn flexibel
Natuurlijk komt er wel eens een buurjongen of meisje aanwaaien buiten deze afspraken om. Ik merk dat ik op hen 'oefen' met grenzen stellen. Ze komen inmiddels zo vaak over de vloer dat ik ze gewoon wegstuur als we gaan eten of als het te druk wordt. Komen ze daardoor minder vaak? Nee, maar het zorgt er wel voor dat ik me niet druk maak als ze komen, want ik weet dat ik het zelf in de hand kan houden.

Kinderen zijn flexibel en niet zo gauw van slag als wij denken. Ze vinden het niet gek als wij andere regels hebben dan dat zij thuis hebben. Ze gaan daar heel relaxed mee om. Heel af en toe kan ik mezelf in hun ritme mee laten gaan, de zin: "Dat mag van mijn mama wel!" beantwoord ik dan met: "Das mooi, dus?". De glimlach die dan meestel volgt is onbetaalbaar, en hij staat niet alleen op mijn gezicht.

donderdag 8 juni 2017

Hoe anderen vinden dat ik moet opvoeden


Het is een lief gezicht: Mijn zoontje van 3 in het peuterbadje, aan het spelen met een aantal jongere kindjes. We zijn op vakantie en bij vakantie hoort een tripje naar het zwembad. Hij wilde niet in het grote zwembad, want hij vindt zichzelf klein de laatste tijd. In het peuterbad is hij de grootste en heeft hij de ruimte om het spel te bepalen, en met een grote zus die altijd alles wil bepalen begrijp ik dat best.

Dus zit ik braaf bij het peuterbadje te kijken naar de spelende kinderen. Maar dan doet hij iets waardoor ik in moet grijpen, althans de blikken van andere ouders vertellen mij dit. Tja, wat doe je dan?

Ik ben de enige NAAST het bad
Mijn zoontje speelt graag met andere kinderen, hij maakt makkelijk contact en in het zwembad is dit niet anders. Ik vind dat prima en leuk om naar te kijken, hij heeft mij niet nodig en ik zit dus naast het zwembad in een stoel. De rest van de ouders spelen met hun kinderen in het gelige chloor water (of verbeeld ik mij die kleur?).

De kinderen vinden het spel van mijn zoon wel leuk, hij trekt hun aandacht waardoor ze met hem mee gaan spelen en niet meer met hun ouders. Er gaan al flink wat blikken mijn kant op; ik ben serieus de enige naast het bad. Maar ik vind het juist een erg leuk gezicht die kinderen samen! Ik vraag me af waarom die ouders niet ook lekker langs de kant gaan zitten om te genieten. Blijkbaar hadden zij het idee om heel de dag hun kind bezig te houden. Doe ik er dan verkeerd aan om mijn zoontje zijn gang te laten gaan? Ik merk dat ik wat onzeker word en ga wat beter opletten of hij toch niets afpakt of lelijk doet.

Zal ik er wat van zeggen?
En dan.. duwt hij een kindje om; Het kleinste meisje in het zwembad, ik schat haar een jaar of 2. Het was absoluut niet uit uit baldadigheid of ruw, maar in het spel. Het meisje valt op haar billen, kijkt even verschrikt doordat er wat water in haar gezicht komt, verder is er niets aan de hand. Alle ouders kijken mij verschrikt aan; het grootste jongetje duwt het kleinste meisje om, daar zeg je toch wat van?! Nou eigenlijk wil ik er niets van zeggen, ik zie dat mijn zoontje en het meisje gewoon verder spelen. Maarja, alle ouders kijken, dus zal ik er dan toch maar wat van zeggen?!

Ik hoor mezelf zeggen: "Niet duwen he! Dat mag niet, straks doet het meisje zich pijn!" Hij kijkt me verbaasd aan, zich van geen kwaad bewust en speelt vervolgens gewoon verder.

De druk van andere ouders
Op zich is dit een klein voorval en het heeft geen invloed op de relatie tussen mij en mijn zoon. Maar het heeft me wel laten zien wat de druk van andere ouders soms met ons kan doen en hoe snel we mensen naar de mond gaan praten.
➺ We worden onzeker, want we hebben het idee dat er wat van ons verwacht wordt. 
Terwijl we daar eigenlijk niet mee bezig moeten zijn. Het zijn onze kinderen en wij bepalen de standaard. Als ouders liever alleen met hun kinderen spelen in het zwembad, kunnen ze misschien beter een zwembadje in de tuin zetten. Of wellicht kunnen ze gewoon vragen aan mij of ik met mijn zoontje ergens anders heen kan gaan, omdat hij nu eenmaal onweerstaanbaar is voor hun kinderen;).

Overigens heb ik het natuurlijk niet over asociaal gedrag, wat we uit gemakzucht tolereren. Maar we hoeven niet verkrampt te gaan opvoeden omdat we het idee hebben dat er dingen van ons verwacht worden waar we zelf niet achter staan.